Minister Vitt ontmoet minnares Tünda, een lid van de oppositie, in het geheim in het hotel. Een levenloze man zit vast in het raam en Vitt begint het probleem op te lossen. Maar de hotelmanager, de jaloerse echtgenoot van Tünda, de nerveuze secretaresse van Vitt en ten slotte het vermeende lijk, een niet zo dode, maar nogal domme privédetective...