1947 Honger en verwoesting heersen in het door oorlog drooggelegde land. Brood is goud waard en de kosten van een mensenleven zijn nul. Steden worden gecontroleerd door criminele bendes: net als zwarte katten komen ze onopgemerkt onder de dekking van de duisternis en verdwijnen gemakkelijk van de plaats delict. Een bende die actief is in Rostov aan de Don berooft een voedselpakhuis, maar OBB-majoor Yegor Dragun vermoedt dat dit niet het werk van gewone criminelen is.